Skip to main content

Weblog

21 september 2025

Uitgesproken op 19 september 2025 in het Van Eesteren Museum Amsterdam.

Mijn rechtvaardige stad is een stad waar een vrouw achteloos door de straten kan dartelen om te vangen wat niet in woorden te vatten is: vrijheid

Mijn rechtvaardige stad is een stad waar de taxichauffeur en de voetganger het ooievaarsnest zien

Mijn rechtvaardige stad is een stad waar het centrum de buitenplaats is en de buitenplaats het centrum is
waar de wegen de wandelaar toebehoren en het onkruid welig tiert

21 september 2025

Uitgesproken op 19 september 2025 in het Van Eesteren Museum Amsterdam.

In Vlaanderen stuurde de overheid honderd jaar geleden al op het vergroten van afstanden. De angst voor te mondige gemeenschappen in de overvolle steden was groot. Stel je voor. In de volle steden kunnen allemaal revolutionaire gedachten opborrelen die de gevestigde macht (kerk en staat) ter discussie zou kunnen stellen. Tel daarbij de belofte van eigen woningbezit op en je hebt de ideale push en pull factoren voor een radicale afbraak van goed georganiseerde gemeenschappen met flinke kritische massa. Het resultaat: eindeloze straatwegen met eengezinswoningen waarbij de bewoners nauwelijks nog toegang hebben tot voorzieningen, werk en ontspanning en grotendeels op zichzelf zijn aangewezen.

Over rechtvaardigheid - Bij de tentoonstelling 'De rechtvaardige stad' / Simon Franke - Trancity

21 september 2025

Uitgesproken op 19 september 2025 in het Van Eesteren Museum Amsterdam.

Deze zomer was ik in Maastricht voor een bijeenkomst over de rechtvaardige stad. Een van de aanwezigen vertelde dat hij niet zo veel had met ‘rechtvaardigheid’; te vaag, te weinig houvast bij praktisch handelen in de stad.
Kort daarna las ik een artikel van Erik Swyngedouw, Universiteit van Manchester. Hij stelt dat rechtvaardigheid een ‘ongrijpbare doelstelling’ is, en erger nog dat het ten onrechte het begrip gelijkheid heeft vervangen. Gelijkheid is een uitgesproken politieke eis, zegt hij, terwijl rechtvaardigheid kan worden overgelaten aan elites om zich op te beroepen en aan moraalfilosofen om over na te denken. Dat u het maar even weet.

Daar heb ik de rest van de zomer bij het samenstellen van deze tentoonstelling wel even op zitten kauwen. Waarom hechten we zo aan dat begrip rechtvaardigheid.
Dan moeten we naar wat vaak genoemd wordt de drie dimensies van rechtvaardigheid: erkenning, verdeling en representatie. Erkenning is het zien van mensen, maar ook de natuur en de planeet. Erkenning van rechten die onvoldoende serieus worden genomen. Verdeling is een eerlijk deel van goederen en diensten, niet alleen een huis of een inkomen, maar ook een bibliotheek, openbaar vervoer, onderwijs, een goede leefomgeving dus. Representatie is de vertegenwoordiging van iedereen en alle belangen op een gelijkwaardige manier in het proces. Drie begrippen die geen gereedschapskist vormen, maar wel ijkpunten zijn om elk ruimtelijk proces aan te toetsen.

Als Swyngedouw gelijkheid benoemt, heb ik het idee dat hij het over verdeling heeft, en die andere twee, erkenning en representatie vergeet. Terwijl die in onze superdiverse samenleving juist van groot belang zijn, andere waarden in beeld brengen als vertrouwen en wederkerigheid. Ik zie daarom rechtvaardigheid niet als een ontkenning van gelijkheid, maar als een noodzakelijke uitbreiding daarvan.
Gelijkheid doet geen recht aan culturele en sociale verschillen, zo heb ik in de praktijk zelf ook gemerkt bij het herinrichtingsproces van de Nieuwe Groenmarkt in Haarlem, één van de projecten in de tentoonstelling.

En nog iets. In ons stadsessay doen Wouter en ik een morele oproep waar rechtvaardigheid uitdrukking aan geeft. Waarom en voor wie ben je aan het werk. Werken aan onze leefomgeving brengt inherent een maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Bij burgers die zich organiseren in een gemeenschap is dat vaak vanzelfsprekend. Ze komen bij elkaar omdat ze een reden en een doel met maatschappelijk belang hebben. Deze tentoonstelling wil juist dat aspect van rechtvaardigheid laten zien. Bij mensen die professioneel bezig zijn met de stad verdwijnt dat té vaak. De schoorsteen moet nu eenmaal roken, of we verdwalen in een bureaucratische manier van werken die los komt te staan van de praktijk en het leven op straat.

Mijn reactie in Maastricht op die opmerking was min of meer improviserend, maar kwam hier op neer: We koesteren rechtvaardigheid als sleutelbegrip, gebaseerd op verdeling, erkenning en representatie reikt het tegelijkertijd verder. Naar het recht van burgers op hun stad. Het vraagt om een moreel geijkt kompas om het goede te doen en doet een beroep op ons om voortdurend na te denken hoe we als bewoners, gebruikers, betaalde en onbetaalde stadmakers gezamenlijk onze leefomgeving vormen en vormgeven en als burgers met elkaar samenleven.

 

 

Over 'Publieke dingen' van Bonnie Honig / Simon Franke - Trancity

18 augustus 2025

Ik las het laatste boek van Bonnie Honig:  Publieke dingen – Democratie ontregeld. Conclusie: Publieke dingen zijn niet alleen waardevol als maatschappelijke voorzieningen, maar zijn ook essentieel voor het in stand houden van onze democratische samenleving.   

Volgens de Canadese politiek filosoof Bonnie Honig zijn we bij de verdediging van onze democratische samenleving te veel gefixeerd op rechtvaardige wetten en procedures, op eerlijke verkiezingen en institutioneel overleg. En bij gevolg hebben we te weinig aandacht voor wat zij noemt ‘publieke dingen’. Denk aan riolering, openbaar vervoer, bibliotheken, scholen, ziekenhuizen. Natuurlijk vinden we dat belangrijke voorzieningen die we verwachten van de overheid en waarvoor we ook in actie willen komen. Maar voor Honig vormen het ook belangrijke bouwstenen in onze democratische samenleving. Het zijn ‘de dingen die ons oriënteren op elkaar en op de wereld om ons heen’, schrijft ze. Dat doet natuurlijk sterk denken aan Hannah Arendt en de betekenis van de publieke ruimte voor actief burgerschap. Arendt wordt door Honig dan ook uitgebreid aangehaald in haar boek.

Draagkracht en vertrouwen
Publieke dingen staan onder druk en wat Honig bedoeld is dat bij het verdwijnen van publieke dingen (verwaarlozing, bezuiniging, privatisering) niet alleen die voorziening verdwijnt of alleen toegankelijk wordt voor een geprivilegieerde groep, maar dat daardoor de democratische samenleving draagkracht en vertrouwen verliest. Misschien niet meteen een verrassende constatering, maar in haar boek weet ze verdieping te geven aan de implicaties daarvan. In de inleiding bij de Nederlandse vertaling schrijft rechtsfilosoof Bastiaan Rijpkema het zo: ‘Een democratie kan niet zonder publieke dingen waarover we ons willen ontfermen, waarover we met elkaar strijden, die de inzet vormen om samen te komen en om gemeenschappelijk te handelen. Ze maken ons tot burgers.’ En zou ik daar aan willen toevoegen: ze maken burgerinitiatief om publieke dingen te realiseren ook relevant als democratisch handelen.

In ons snel veranderende politiek klimaat is het boek van Honig hoogst actueel. Vast de reden voor de uitgever om deze publicatie die al uit 2017 is, nu in het Nederlands te vertalen. Ik heb het geboeid gelezen, ook al is het voor mijn gevoel door de opzet – meerdere losse essays die elkaar wel aanvullen - maar niet automatisch versterken - een wat onevenwichtig boek.

Betekenis voor de rechtvaardige stad
In het stadsessay Onderweg naar de rechtvaardige stad dat ik samen met Wouter Veldhuis schreef spreken we over vertrouwen, wederkerigheid en gemeenschapsvorming. Honig voegt aan onze inzet bij die begrippen een dimensie toe, de rol van publieke dingen, waardoor ze nog urgenter worden. 

Vijf vormen van vrijheid voor een rechtvaardige stad / Simon Franke - Trancity

01 december 2024

Recent las ik Over vrijheid (Uitgeverij Balans 2024) van Timothy Snyder. Ik vond daarin aanknopingspunten met Onderweg naar de rechtvaardige stad, het Stadessay dat Wouter Veldhuis en ik samen schreven. Daarin is het recht op een betekenisvol leven in een betekenisvolle omgeving een belangrijk thema, gekoppeld aan het recht op de stad zoals David Harvey dat ooit verwoorde als a right to change ourselves by changing the city’. En: ‘moreover a common rather than an individual right since this transformation inevitable depends upon the exercise of a collective power…’
Nu is betekenisvol een begrip waar we ons allemaal wel iets bij voor kunnen stellen. Maar tegelijkertijd vraagt het om meer precieze invulling. Of zoals iemand op een bijeenkomst over de rechtvaardige stad een beetje spottend opmerkte: ‘en wat is nu de betekenis van betekenisvol.

Een nieuwe definitie van vrijheid
Kennelijk roept deze tijd om verkenning van het begrip ‘vrijheid’. Want ook Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz kwam met een nieuw boek: De weg naar vrijheid. Kort gezegd: we hebben een economische orde waarin de vrijheid van enkelen ten koste gaat van de vrijheid van velen en we hebben een sterkere overheid nodig om dat te corrigeren. Een boodschap die we ook al uit eerdere boeken van hem kennen. En dan is er ook nog de Duitse filosoof Eva von Redecker. In De vrijheid om te blijven, stelt zij dat onze onbeperkte vrijheid te veel ten koste gaat van het voortbestaan van de wereld.

Negatieve en positieve vrijheid
Maar ik hoopte dus bij Snyder inspiratie op te doen. Hij onderscheidt twee soorten vrijheid: negatieve en positieve vrijheid. Vrijheid van is in het eerste geval ‘alleen de afwezigheid van het kwade’, en in het tweede de ‘aanwezigheid van het goede’. Aanwezigheid, vrijheid om ‘een leven (te leiden) waarin we meerdere verantwoordelijkheden aangaan en deze in wisselende samenstellingen waarmaken in de wereld’. Hij geeft als voorbeeld van negatieve vrijheid het afwijzen van overheidsingrijpen en stelt daartegenover vrijheid als richtsnoer voor goed bestuur. Hij ziet vijf vormen van positieve vrijheid die een wereld vormen waarin mensen handelen op basis van bepaalde waarden, ‘geen regels of opdrachten, maar logische, morele en politieke banden tussen alledaags handelen en de vorming van vrije individuen’. Positieve vrijheid is het vermogen van mensen om dingen te verwezenlijken.

Vijf vormen van vrijheid
De eerste vrijheid is soevereiniteit, het aangeleerde vermogen om keuzes te maken. In mijn interpretatie begint dat met het recht op goed onderwijs, maar ook het recht om überhaupt keuzes te hebben en de mogelijkheid om jouw keuze te realiseren. Dan volgt onvoorspelbaarheid, de kracht om de dingen die zich voordoen in te zetten voor persoonlijke doeleinden en wanneer mensen dat gezamenlijk doen scheppen ze onvoorspelbaarheid. Ik denk dat elke actiegroep erop is gebaseerd, voorspelbaar voor jezelf, onvoorspelbaar voor autoriteiten en algoritmes van de sociale media. De derde is mobiliteit, het vermogen om je op basis van bepaalde waarden door ruimte en tijd te bewegen. Dit kan je letterlijk nemen, maar Snyder bedoeld vooral de mogelijkheid om nieuwe wegen in te kunnen slaan; denk bijvoorbeeld aan sociale mobiliteit. De vierde vorm van vrijheid is feitelijkheid, de mogelijkheid om grip te krijgen op de wereld, kennis die nodig is om haar te veranderen. Snyder koppelt dat ook aan het recht op waarheidsgetrouwe informatie, goede onafhankelijke media, waarbij hij vooral het verlies aan goede lokale media betreurd. Tenslotte solidariteit, de erkenning dat iedereen recht heeft op (positieve) vrijheid, maar dat je het niet op eigen houtje kan realiseren. Hierin schiet met name negatieve vrijheid te kort. Solidariteit is de basis onder gemeenschapsvorming zoals we die in ons stadessay hebben verwoord.

Alleen met deze vijf vormen van vrijheid, zo schrijft Snyder blijft ‘de toekomst voor ons open’. Is dit nu een antwoord op de vraag naar een specifiekere invulling van het recht op een ‘betekenisvol leven in een betekenisvolle omgeving’? Misschien niet direct, misschien wel indirect. En ik zie in zijn formulering van positieve vrijheid in ieder geval een verrijking van het recht op de stad zoals David Harvey dat formuleerde. In de Community of Practice Rechtvaardige Stad spreken we over reflectieve vragen in ruimtelijke ontwikkelingen. Zie daarbij de vijf vormen van vrijheid - dus soevereiniteit, onvoorspelbaarheid, mobiliteit, feitelijkheid en solidariteit -  als waarden en als rechten van bewoners en gebruikers van de stad en vraag je af of die zijn geborgd.

P.S.
Snyder brengt in zijn boek nog allerlei andere thema’s in verband met zijn vijf vrijheden, zoals de culminatie van negatieve vrijheid die hij ziet in het monsterverbond van Trump, de republikeinse partij met de tech-oligarchie. Alles wat we nu het laatste jaar zien gebeuren maar dat buiten het bestek van dit blogje valt.

Op excursie voor herinrichting Nieuwe Groenmarkt en Krocht Haarlem / Simon Franke - Trancity

26 februari 2024

De Haarlemse Nieuwe Groenmarkt, een pleintje met een reeks van maatschappelijke instellingen, wonen en bedrijvigheid in het centrum van de stad. ‘Sociale boulevard’ en stadsoase tegelijkertijd. Een plek met een verhaal, waarvan de oorsprong ligt in het 14de eeuwse Sinte Katrijnklooster. Een plek waar ook nu nog de stad zich genereus en rechtvaardig toont. Al jaren wacht het plein (samen met om de hoek de Krocht) op herinrichting. Deze winter startte de planvorming; in co-creatie van gemeente, bewoners, instellingen en bedrijven.

Sinds 2019 ben ik betrokken bij de ontwikkelingen rond het plein en in 2020 schreef ik met en voor bewoners en maatschappelijke instellingen een soort manifest over plein en functies. Dat ‘groene boekje’ zoals het ging heten speelde een bescheiden rol in de lobby om nu niet opnieuw, zoals een aantal jaren eerder gebeurde, binnen de gemeente een inrichtingsplan te maken en dat vervolgens voor de inspraak te droppen op het plein, maar om gezamenlijk met alle belanghebbenden het programma voor de Nieuwe Groenmarkt en de Krocht te formuleren. Er ging wat tijd overheen, maar uiteindelijk heeft de gemeente zich duidelijk gecommitteerd aan die aanpak. Het eerste ‘bewijs’ daarvoor mag wel zijn dat na een pitch van drie partijen, twee personen van het Buurtcomité en twee van de gemeente Haarlem unaniem hebben gekozen voor bureau Open kaart als begeleider van het co-creatie proces.

Op 7 februari j.l. verzamelen we ons om 09.00 uur bij het stadskantoor van de gemeente. Bewoners, vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen en ondernemers, ambtenaren van verschillende afdelingen van de gemeente Haarlem. Een dag lang gaan we op pad om inspiratie en kennis op te doen over stadspleinen; we gaan naar Leiden, Den Haag en Delft. De eigenaresse van koffieshop By Lima op de hoek van de Nieuwe Groenmarkt en de Zijlstraat stapt ook in en heeft voor iedereen een lunchpakket meegebracht. Ik mag ook mee.

We zien hoe pleinen in de stad anders dan in woonwijken, meestal robuust worden vormgegeven en zo niet dan verpieteren ze snel. We noteren welke functies stadspleinen krijgen. We kijken naar hard plaveisel, naar schelpenzand en grind; zien hoe met verschillende soorten bestrating het verkeer wordt gereguleerd en soms duidelijk ontmoedigd. We komen beplanting en bomen met en zonder boomspiegel tegen. Veel pleinen met bomen zien we. En dat valt in de smaak bij de groep. Een week eerder heeft Vita Teunissen van Bureau SteenhuisMeurs haar cultuurhistorisch onderzoek naar Nieuwe Groenmarkt en Krocht gepresenteerd aan deze groep en nog honderd andere bewoners. Haar onderzoek toont de unieke geschiedenis van deze plek. En: door de eeuwen heen hebben er altijd bomen gestaan op het plein.

Deze groep moet straks verder het programma voor de herinrichting van Nieuwe Groenmarkt en Krocht gaan formuleren. Zo’n dag kweekt niet alleen kennis, maar versterkt ook de groep. En brengt alvast de eerste discussies op gang. De dak- en thuislozenopvang van Stem in de Stad leidt soms tot overlast op het plein. Moeten er wel bankjes komen op het plein? Stem in de Stad gaat niet weg, maar hoe instellingen en gemeente samen kunnen zorgen voor toezicht en beheer dat speciaal is afgestemd op deze plek wordt ongetwijfeld een belangrijk gespreksonderwerp. En nu is de Nieuwe Groenmarkt zo’n tien keer per jaar ‘overloop’ voor de weekmarkt als de nabijgelegen Grote Markt wordt gebruikt voor de kermis, de Kerstmarkt of Haarlem Culinair. Moet de inrichting van het plein zich laten leiden door die tien keer per jaar? Nog zo'n thema is of en hoe de Nieuwe Groenmarkt beschikbaar blijft als route en parkeerplaats voor fietsen.

De presentatie van Vita Teunissen is te zien op de site van het bewonerscomité, waar ook de komende maanden verslag zal worden gedaan van de planvorming.

Uitgeversblik op 'operatie wooncoöperatie' / Simon Franke - Trancity

06 november 2022

Op 20 januari 2022 werd onze trancityxvaliz uitgave operatie wooncoöperatie gepresenteerd en aangeboden aan de nieuwe minister van wonen Hugo de Jonge. Helaas vanwege corona zonder publiek en ook de minister zelf was alleen online aanwezig. Het was de start van een jaar waarin het boek voortdurend in beeld was, aanleiding voor recensies vormde en reden was voor het organiseren van lezingen door de auteurs en een symposium met gasten uit voorbeeldsteden Wenen, München en Zürich. Publicatie en activiteiten zijn een mooi voorbeeld van onze uitgeefvisie, van de relatie tussen publicaties, programma’s en maatschappelijk debat, waar we ons bij onze uitgaven, als die zich daarvoor lenen, van bewust zijn.

operatie wooncoöperatie had een lange voorgeschiedenis en heeft, kunnen we nu bijna een jaar later zeggen, ook een lang vervolg en waar voorlopig nog geen einde aan komt. Het is interessant om die geschiedenis eens te bekijken vanuit het perspectief van de uitgevers, wij, trancityxvaliz, dus. Dat is snel verteld zou je denken. Uitgevers werken samen met auteurs aan een goed boek en proberen er daarna zoveel mogelijk van te verkopen. Een (non-fictie) boek moet kwaliteit hebben, een belangrijk thema aansnijden en er moet een doelgroep voor bestaan. Dat is ook waar wij voor staan, uiteraard, maar als de gelegenheid er is werken we graag aan een boek als culminatiepunt in een breder maatschappelijk verhaal, waarbij ons doel is bij te dragen aan het debat of de beroepspraktijk binnen de ruimtelijke disciplines. operatie wooncoöperatie voldoet daar aan. Hoe steekt dat in elkaar?

Voorgeschiedenis
Architect Ninke Happel komt geïnspireerd terug van een bezoek aan een aantal wooncoöperaties in Zürich. Hoe kan het zijn dat daar zulke rijke stedenbouwkundige programma’s worden gerealiseerd met zulke gevarieerde woningplattegronden en collectieve ruimten. Zij steekt Arie Lengkeek, Peter Kuenzli en anderen aan. Het leidt in 2016 tot oprichting van de coöperatieve vereniging het Rotterdams Woongenootschap (HRW) en de stichting het Hollands Woongenootschap (HWG). De eerste heeft als doel in Rotterdam een coöperatief project te ontwikkelen. De tweede wil de opgedane kennis delen, de ‘boodschap’ verspreiden. HRW moet in 2021 tot de conclusie komen dat hun plan voor een wooncoöperatie in Rotterdam niet gaat lukken. De gemeentelijke condities voor grond en ondersteuning bij de aanloop van de coöperatieve planvorming zijn te ongunstig. Maar onder de vlag van het HRW komen met name Arie Lengkeek en Peter Kuenzli steeds meer in een rol van deskundigen die in het land het verhaal vertellen en excursies begeleiden.

Verdieping
Een boek komt al snel in beeld, om kennis van de voorbeelden uit Wenen, Zürich en München toegankelijk te maken. Maar omdat de ontwikkeling van het boek samenvalt met hun ervaringen als ‘programmamakers’ en ontwikkelaars in de Rotterdamse praktijk komen auteurs en uitgevers tot de conclusie dat alleen het verhaal van de buitenlandse voorbeelden ontoereikend is en dat het vastlopen van het Rotterdamse project voortkomt uit een fundamenteel onbegrip in Nederland over het karakter van de coöperatie, als zelfstandige vorm naast overheid en markt, gebaseerd op de ‘commons’, op gemeenschappelijk bezit. Dat verandert het motief om het boek te maken en dus de inhoud; om niet alleen die inspirerende voorbeelden, maar ook de wortels van het verhaal bloot te leggen en een actieagenda voor de wooncoöperatie in Nederland te formuleren. Daar was studie en onderzoek voor nodig. ‘Hadden we dit boek maar gehad toen we begonnen, dan was alles anders gelopen’, verzuchten de auteurs inmiddels.

Activistische agenda
In 2019 verschijnt een pamflet. Een eerste testcase (voor ons en voor de doelgroep) met de uitgangspunten van het boek. En in januari 2022 verschijnt dus het boek. HCVA, het bureau van Ninke Happel levert fantastische tekeningen van de voorbeeldprojecten. Grafisch ontwerper Marius Schwartz herkent het activisme in het boek en haalt inspiratie uit eerdere decennia woonoproer en ontwerpt niet alleen een boek, maar allerlei materiaal voor print en sociale media.
Na de presentatie geven de auteurs lezingen in het land, er volgen recensies en zelfs de Neprom, de koepelorganisatie van de projectontwikkelaars, gaat met een vijftigtal leden met de auteurs op excursie in Zwitserland om te kijken naar voorbeelden aldaar. Het boek vindt zijn weg net zo makkelijk naar initiatiefnemers, ontwerpers als naar politiek en bestuur. Voorlopige afsluiting van de ‘campagne’ is een hoogwaardig symposium met 150 deelnemers in oktober 2022 in Rotterdam, met gasten uit zowel de stedelijke overheid als uit verschillende projecten in Zürich, Wenen en München. Voorlopig, want er komen alweer nieuwe uitnodigingen voor het organiseren van nieuwe activiteiten en lezingen richting auteurs.

Boek en beweging
Dit boek is duidelijk geen ‘how to’ – boek. Praktische tips voor initiatiefnemers vind je op internet bij belangenorganisaties. In onze opvatting ligt de kracht van boeken daar niet in, wel in verdieping van kennis, bijvoorbeeld ontstaan zoals boven beschreven in wisselwerking met de Rotterdamse praktijk. Kennis die door een boek langdurig zichtbaar en toegankelijk is en naast praktische tips noodzakelijk is om wooncoöperaties in ons land te realiseren. Dit boek is geen ‘stand alone’. Het is verbonden met een beweging, komt daaruit voort en voedt de beweging. En logisch bevat het dus activistische agenda.
Chris Anderson beschrijft al in 2006 in zijn befaamd geworden marketing boek The Long Tail hoe nieuwe media, zoals we dat toen noemden, het mogelijk maken om buiten de mainstream van de grote bedrijven een publiek te bereiken en producten te verkopen. Anderson (toen hoofredacteur van Wired Magazine) bedoelde dat bijvoorbeeld vanaf verschijnen van een boek de verkoopopties lang doorlopen omdat de distributie- en promotiekosten via internet lager zijn dan via de oude kanalen, waardoor een boek langer beschikbaar blijft. En Anderson bedoelde ook dat producten een lang leven konden hebben als ze werden ontwikkeld door dezelfde community die het product ook weer gebruikte. Het verhaal van Anderson is inspirerend omdat het toepasbaar is op niet alleen het verkopen van een product, maar ook op het overbrengen van een boodschap en een agenda.

Bij operatie wooncoöperatie begint de ‘lange staart’ al ver voor verschijnen van het boek. Met het genoemde pamflet stuurden we een proefballon de ether is. Een test voor onszelf en om ons publiek op te warmen. Voor zover nog nodig, want binnen de groeiende beweging die op zoek is naar alternatieven voor de vastgelopen volkshuisvesting wordt de coöperatie snel populair. Wat zich uitbetaalt is dat de auteurs niet alleen onderzoekers-verzamelaars zijn maar onderdeel van die beweging. Interactie tussen hun research en praktijkervaring is een grote kracht van het boek. Actieonderzoek noemen de auteurs het zelf. De kennis die veel auteurs hebben is vaak intuïtief en impliciet, maar voor een boek is het nog hard werken om het ook op papier te zetten en dan blijkt je kennis vaak nog onvolledig te zijn, zoals de auteurs zich ook zelf realiseerden. Een boek verrijkt de collectieve kennis in een maatschappelijk debat. Uiteraard is het altijd de bedoeling geweest om niet alleen die kennis ter beschikking te stellen maar ook de beweging te voeden en verder te helpen.

Status van een boek
In de geschiedenis van dit boek komen drie elementen samen. Hoe een boek kennis bijeenbrengt en verdiept, kennis die vervolgens weer ‘naar buiten’ gaat, als activistische katalysator voor de ‘beweging’. En hoe een boek kennelijk (nog altijd) zoveel statuur heeft dat het aanleiding is voor recensies en beschouwingen en voor uitnodigingen aan de auteurs om hun verhaal te komen vertellen. En als je kijkt wat er allemaal gebeurd is het laatste jaar rond het boek dan is dat indrukwekkend veel. Dat ligt uiteraard in de eerste plaats aan de auteurs en hun vermogen en ambitie om een verhaal te vertellen en een boodschap over te brengen, maar dit is ook hoe wij graag ons uitgeefvak invullen. De ontvangst en maatschappelijke resonantie van dit boek zijn daar een mooie bevestiging van.

De publicatie operatie wooncoöperatie - uit de wooncrisis door gemeenschappelijk bezit werd mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en het BPD cultuurfonds. Meer informatie over het boek.
De boekpresentatie in januari 2022 en het symposium
cooperative conditions in oktober 2022 werden georganiseerd i.s.m. AIR Rotterdam en het KeileCollectief en werden mede mogelijk gemaakt door de Gemeente Rotterdam, de Rabobank en BPD Bouwfonds Gebiedsontwikkeling. De plenaire lezingen op het symposium kunnen worden teruggezien op het You Tube kanaal van AIR.

De bewonersblik op Schalkwijk - Lenneke Overmaat, Simon Franke - Trancity

25 oktober 2022

Is kunst een manier om bewoners te betrekken bij hun eigen leefomgeving? Door hen te vragen hun associaties met hun wijk in beeld te brengen? Het is een belangrijke inzet van City Spheres Schalkwijk, waarin zo’n negentig bewoners van deze naoorlogse wijk in Haarlem hun favoriete plekken op doek hebben gezet onder enthousiaste begeleiding van kunstenaar Baukje Spaltro die zelf ook enkele doeken heeft geschilderd. Nu het project is afgerond een kleine reflectie.

 

Livia 2 Groot

De S staat voor Spaarne Gasthuis, een gebouw waarvan ik de lijnen zo mooi vind, zegt Livia trots als we haar schilderij over Schalkwijk bewonderen. Ze is met haar vader en moeder voor het eerst op bezoek in De Vishal in Haarlem voor de tentoonstelling City Spheres Schalkwijk.
En Seyhan Özgen noemt haar schilderij ‘Welkom’. Als ik aan Schalkwijk denk komt het woord ‘welkom’ in me op... iedereen is welkom. Dat voel ik zo als je voor de ingang met de vlaggetjes het winkelcentrum binnen kom. 3. Seyhan 2 Groot
Schalkwijk is groen, ruim en licht en dat zie je terug in de meeste werken maar dat verandert snel, zegt een bezoeker uit Schalkwijk. Er wordt nu zoveel gebouwd, dat het ten koste gaat van het groen en het gevoel van ruimte.
Kijk je naar de schilderijen en hun titels dan ontvouwt heel Schalkwijk zich, althans, dat waar de bewoners hun associaties bij hebben: groen, lucht, nieuwbouw, oude boerderijen, water, flatgebouwen.

Kloof
De belangstelling voor de tentoonstelling is groot en het is opmerkelijk hoeveel bewoners uit Schalkwijk hier voor het eerst komen. We willen een toegankelijke plek zijn, zegt Renée Borgonjon, inhoudelijk coördinator van De Vishal en initiatiefnemer van dit project. De Vishal is door zijn ligging (midden op de Grote Markt in centrum Haarlem), uitnodigende entree en gratis toegang behoorlijk toegankelijk voor het winkelende publiek maar bewoners uit Schalkwijk komen er nauwelijks.
Er is een flinke kloof tussen Schalkwijk en de binnenstad en ook al staat er in de Omgevingsvisie van Haarlem dat het centrum de huiskamer is van de stad en dat de voorzieningen daar er zijn voor alle Haarlemmers, de werkelijkheid is anders. De bewoners van Schalkwijk, vaak met verschillende culturele achtergrond, voelen zich naar eigen zeggen eerder Schalkwijker dan Haarlemmer en vinden in de programmering van de culturele voorzieningen in de binnenstad weinig van hun gading.
De gemeente probeert daar in Schalkwijk zelf iets aan te doen. Voor de stad vinden we het belangrijk dat kunst en cultuur niet alleen in het centrum maar ook in de wijken zichtbaar is. En stimuleren we de uitwisseling tussen de culturele organisaties en initiatieven… aldus Blanka de Bruyne, projectleider openbare kunst, gemeente Haarlem. Daarom eindigt de tentoonstelling in de WE-etalage van het winkelcentrum Schalkwijk, een laagdrempelige manier om de expositie te bekijken tijdens het boodschappen doen.

De ziel van de wijk
Met City Spheres tracht Baukje de ziel, de lokale identiteit van een wijk te vangen in kleur en beeld, geïnspireerd op het boek Sferen van Peter Sloterdijk waarin hij stelt De vraag waar we zijn is zinvoller dan ooit en belangrijker dan de vraag wat we zijn … In sferen vormt gedeelde inspiratie de grondslag voor het samen kunnen zijn van mensen.
Spaltro onderzoekt de stad als een irrationele ruimte, zij richt de blik van de toeschouwer niet op de architectonische of sociale componenten die een wijk bepalen maar op het niet tastbare, het intuïtieve, de ziel van een wijk.  Zo heeft zij wijken als Kreuzberg in Berlijn, Isola in Milaan, Turku in Finland en de stad Den Helder in beeld gebracht, vaak in samenwerking met lokale makers en kunstenaars. In Schalkwijk werkte zij voor het eerst samen met bewoners en daar is zij wonderwel in geslaagd. Het is een kleurrijke tentoonstelling met veel fluoriscerend roze, oranje en groen, de kleuren die Spaltro heeft gekozen voor (de sfeer van) Schalkwijk.

6. City Spheres Schalkwijk Baukje Spaltro
Culturele segregatie
De Vishal en Baukje Spaltro organiseerden samen met 37PK Platform voor de kunsten, ABC  Architectuurcentrum tijdens de tentoonstelling een Circle Talk, een besloten gesprek met bewoners van Schalkwijk, stadmakers, kunstenaars en activisten over de toekomst van Schalkwijk en de rol van kunst daarbij. Centraal stond hoe cultuur en met name kunst in de openbare ruimte een belangrijkere rol kan krijgen in de ontwikkeling die Schalkwijk nu doormaakt. Zoals veel naoorlogse wijken is ook in Schalkwijk een verdichting gaande met vaak duurdere woningen en dus een verandering van bevolkingssamenstelling. De interessante ideeënuitwisseling die dat opleverde vraagt om een vervolg.

Vanuit het perspectief van wijkontwikkeling is versterking van de culturele infrastructuur in Schalkwijk essentieel. Een infrastructuur die samenwerking op gang brengt tussen Schalkwijk en de gevestigde instellingen in centrum Haarlem, zoals dat De Vishal is gelukt met City Spheres, een de segregatie overstijgend initiatief.  En een infrastructuur die oude en nieuwe burgerinitiatieven verbindt met meer gevestigde instellingen, van Kunstnest, Stichting Kapsalon en Triple Treath tot wereldmuziekschool, bibliotheek en Stichting Culturele Activiteiten Schalkwijk en hen bijvoorbeeld ondersteunt met het vinden van zichtbare en toegankelijke eigen locaties; essentiële ontmoetingsplekken voor een wijk. Ook een mooi onderwerp voor een volgende Circle Talk?

Via deze link zie je alle werken met titels en naam van de maker: https://www.baukjespaltro.com/cityspheres-2/schalk-qr/#

Stadsgeografische gids voor Chicago / Simon Franke - Trancity

29 augustus 2022

Chicago is derde stad van de Verenigde Staten; een stad met een fascinerende ruimtelijke geschiedenis die ruimschoots aan bod komt in dit fijne wandelgidsje. In 1871 brandde een groot deel van de stad af. De wederopbouw van de stad bracht spectaculaire architectuur en de eerste wolkenkrabbers met staalstructuur. In de anderhalve eeuw die volgde bleef Chicago een staalkaart voor Amerikaanse stedelijke ontwikkeling, ruimtelijk en sociaaleconomisch. Wandelen in Chicago van Irina van Aalst en Kirsten Visser vertelt dat verhaal en is daardoor interessanter dan de gemiddelde reisgids.

Een overweldigende stad
Begin jaren negentig van de vorige eeuw ging mijn eerste trip naar de Verenigde Staten niet zoals bij velen naar New York, maar naar Chicago. Werkzaam voor NAi Uitgevers was ik op zoek naar een Amerikaanse distributeur voor onze boeken. En dat jaar huisvestte Chicago de ABA, de beurs van de American Booksellers Association; vandaar. Chicago was voor mij als architectuur- en stedenliefhebber interessant en spectaculair, meer dan bijvoorbeeld New York dat ik in later jaren bezocht. Komende van het vliegveld zag ik het compacte centrum als een eiland van hoogbouw uitsteken boven een zee van laagbouw. Om mijn slaap uit te stellen ging ik de eerste middag aan de wandel. Het uitzicht, staande op de brug die Michigan Avenue over de Chicago River leidt, op de hoogbouw langs de rivier was overweldigend.
De andere kant van Chicago zag ik toen we door de eindeloze wijken buiten het centrum reden, vaak etnisch gedefinieerd, op weg naar Oak Park, het beroemde project van Frank Lloyd Wright. Ik vond die zee van laagbouw misschien wel interessanter dan Wrights ‘Home and Studio’.
Ik had toen graag meer tijd en deze gids gehad.

Overtreffende trap
Alles wat een Amerikaanse stad maakt vind je in Chicago en dan in de overtreffende trap. Grootschalige stadsplanning en spectaculaire hoogbouw in alle architectuurstijlen. (Mies van der Rohe vestigde zich in de stad na zijn vertrek uit Duitsland.) Migratiegolven vanuit Europa, maar ook van Afro-Amerikanen uit het zuiden van het land die de blues naar Chicago brachten. Parken en openbare ruimte zoals het Millenium Park met spraakmakende kunst. En natuurlijk gentrification in wijken zoals Pilsen, eerst Iers en Duits, toen Tsjechisch, dan Mexicaans en nu gedomineerd door hippe koffie.

Stadsgeografie
Alle reden er heen te gaan. En zo niet dan is deze publicatie nog steeds zeer de moeite. De auteurs zijn stadsgeografen, allebei verbonden aan de Universiteit Utrecht. Ze kennen Chicago goed, onder andere door excursies met studenten die zij organiseren. Natuurlijk is het leuk om via hun acht beschreven wandelingen de stad te verkennen. Maar hun achtergrond bepaalt de meerwaarde van de publicatie. Zowel in hun geschiedenishoofdstuk als in de verschillende wandelingen weten ze ruimtelijke en sociaaleconomische ontwikkelingen zo met elkaar te vervlechten dat je greep krijgt op Chicago en de Amerikaanse stadsontwikkeling.

Irina van Aalst / Kirsten Visser: Wandelen in Chicago. Odyssee 2022. Voor meer informatie en bestellen: Odyssee-reisgidsen.nl  

Prestons ‘community wealth-building’- Simon Franke / Trancity

29 september 2021

Preston in Lancashire is een flinke stad van 140.000 inwoners noordelijk van Liverpool en Manchester. Een oude industriestad die, zoals veelal in Engeland, sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in verval was geraakt. In 2011 kiest het stadsbestuur een eigen strategie om de stad er weer bovenop te helpen: ‘Community Wealth-Building’. Dat wordt praktijk door te sturen op de besteding van publiek geld bij de inkoop van goederen en diensten: zoveel mogelijk lokaal! Paint Your Town Red beschrijft de aanpak.

Armoede en verwaarlozing
Ik zeilde de afgelopen jaren (tot Corona roet in het eten gooide) in en rond Groot-Brittannië en kwam veel in oude haven- en industriesteden. Veel meer dan in Nederland zie je op straat het verschil tussen rijke en arme steden. Het zuidoosten met Londen als centrum biedt een totaal andere aanblik dan bijvoorbeeld het noorden van Engeland, waar de armoede van de bewoners en de verwaarlozing van de openbare ruimte zich onmiddellijk opdringt. Niet zelden staat in een centrale winkelstraat dertig tot veertig procent van de verveloze winkelpanden leeg. En als je wat beter kijkt zie je veel te veel ‘charityshops’.

Geen shopping mall
Natuurlijk gaan er ontwikkelingsgelden naar het Noorden, vanuit Londen en tot recent ook uit Brussel. Dan wordt er geïnvesteerd in bijvoorbeeld een havenfront; de stad ziet er op die plek beter uit, er komen een paar restaurantjes en er is hoop op meer (varende) toeristen. Maar je ziet het niet doorsijpelen in de straten daarachter.
Preston had begin van deze eeuw ingezet op een grote shopping mall in het centrum van de stad als aanjager van de wederopstanding. In de uitloop van de financiële crisis ‘ontplofte’ dat project. Dat was het moment voor een totaal andere aanpak. Op gang gebracht door  Matthew Brown – Labour’s ‘leader of the City Council’- heeft de lokale economie een nieuwe dynamiek gekregen.

Kort door de bocht:
- ‘Community Wealth-Building’ is het sleutelbegrip: bewonersparticipatie; gemengd eigenaarschap in de economie; geld lokaal inzetten; eerlijke arbeidsverhoudingen; sturing op inkoop van goederen en diensten; grond en vastgoed sociaal productief maken.
- Betrek ‘anchorinstitutions’, grote werkgevers in de stad in de plannen. Te beginnen bij instellingen die met publiek geld worden gefinancierd (onderwijs, zorg bijvoorbeeld).
- Stimuleer die instellingen om goederen en diensten zoveel mogelijk lokaal in te kopen en kijk daarbij niet alleen naar de laagste prijs, maar ook naar sociale, ethische en duurzaamheids factoren.
- Stimuleer de vorming van nieuwe coöperaties in de stad om die levering van goederen en diensten optimaal ten goede te laten komen aan de gemeenschap. Vooral op terreinen die onvoldoende worden bestreken door bestaande lokale bedrijven of omdat bestaande bedrijven niet voldoen aan de brede agenda.
- Koppel de activiteiten aan verbetering en toegankelijkheid van de arbeidsmarkt in de stad.

Opbrengst
In 2012 besteden publieke instellingen maar 5 procent van hun inkoop van producten en diensten in Preston zelf. In 2013 besteedden bijvoorbeeld de gemeente en de eerste zes ‘anchorinstitutions’ 38 miljoen pond in de stad en 292 pond in de eigen county Lancashire. In 2018 was dat respectievelijk 111 miljoen en 486 miljoen pond. Die sprong zie je terug in vastgoed, infrastructuur, openbare ruimte en op de arbeidsmarkt. En de spirit is terug in de stad.
In Engeland heeft Prestons ontwikkeling terecht veel aandacht gekregen. Zie bijvoorbeeld dit artikel in The Guardian. In Nederland ken ik alleen deze mooie reportage in Vrij Nederland.

Over het boek
Paint Your Town Red beschrijft het proces en is een how to do boek. Lijstjes met te zetten stappen. Het heeft oog voor de kritiek uit klassieke economische kringen (protectionisme) en inspireert. Dat is het positieve aan het boek.
Wat minder enthousiast ben ik over de beschouwing over de wereldwijde beweging van lokale economie en coöperaties. Dat blijft te theoretisch en algemeen. En irritant is dat het boek wordt ingezet in de landelijke strijd tussen Labour en Tories en in de richtingenstrijd binnen Labour. Dat zie je ook wel terug in de titel van het boek.  Ik had liever meer gelezen over de lokale politiek, hoe stadsbestuur en bewoners zich tot elkaar verhouden, hoe de ‘stemming’ in de stad is na tien jaar werken met dit model. Daar gaat het genoemde Vrij Nederland-artikel juist wel op in.

Voor ieder die met stadsontwikkeling en lokale economie bezig is, is het de moeite waard je te verdiepen in het Preston model. Dit boek schiet op onderdelen tekort, maar is toch de moeite van het lezen waard.

Matthew Brown & Rhian E Jones: Paint your Town red – How Preston took back Control and your Town can too. Repeater Books, 2021.

Publieke waarde en overheidsinnovatie – Simon Franke - Trancity

07 april 2020

Mazzucato Mobile

Twee recente publicaties van Mariana Mazzucato (De waarde van alles) en Joseph Stiglitz (Winst voor iedereen) over herijking van ons economisch stelsel en herwaardering van het publiek belang zijn relevant voor de drijfveren achter onze stedelijke ontwikkeling en krijgen extra betekenis in Coronacrisis tijd. Een leeservaring over waardeonttrekking aan de samenleving, financialisering van de economie, verwaarlozing van de publieke sector en een herwaardering voor de innovatieve kracht van de overheid.
Najaar 2018 schreven Wouter Veldhuis en ik een artikel voor NL Magazine als vervolg op ons kort daarvoor verschenen stadsessay, Verkenning van de rechtvaardige stad. Kern van het artikel: ‘In de stad moet prioriteit worden gegeven aan publieke welvaart boven particuliere rijkdom’. Dat motto hadden we geleend van George Monbiot en Mike Davis (in: Uit de puinhopen – Een nieuwe politiek in een tijd van crisis). 
 
Inmiddels werken wij aan een vervolgessay. Publieke waarde is daarin een belangrijke onderlegger voor stedelijke ontwikkeling en stedenbouwkundig werken aan een rechtvaardige stad. 
Voor ons nieuwe essay las ik de afgelopen maanden het een en ander over dat begrip ‘publieke waarde’ als tegenwicht voor de ongebreidelde marktwerking die onze samenleving de afgelopen decennia heeft gedomineerd. Wat publieke waarde is wordt al een tijdje door verschillende (economische) auteurs onderzocht. De coronacrisis geeft daaraan een flinke versnelling. Daarom nu alvast als voorproefje van ons komende essay wat ik haalde uit twee recent gelezen boeken. 

Schrijf u in voor de maandelijkse 

digitale nieuwsbrief van Trancity.