Skip to main content

Over rechtvaardigheid - Bij de tentoonstelling 'De rechtvaardige stad' / Simon Franke - Trancity

Geplaatst op .

Uitgesproken op 19 september 2025 in het Van Eesteren Museum Amsterdam.

Deze zomer was ik in Maastricht voor een bijeenkomst over de rechtvaardige stad. Een van de aanwezigen vertelde dat hij niet zo veel had met ‘rechtvaardigheid’; te vaag, te weinig houvast bij praktisch handelen in de stad.
Kort daarna las ik een artikel van Erik Swyngedouw, Universiteit van Manchester. Hij stelt dat rechtvaardigheid een ‘ongrijpbare doelstelling’ is, en erger nog dat het ten onrechte het begrip gelijkheid heeft vervangen. Gelijkheid is een uitgesproken politieke eis, zegt hij, terwijl rechtvaardigheid kan worden overgelaten aan elites om zich op te beroepen en aan moraalfilosofen om over na te denken. Dat u het maar even weet.

Daar heb ik de rest van de zomer bij het samenstellen van deze tentoonstelling wel even op zitten kauwen. Waarom hechten we zo aan dat begrip rechtvaardigheid.
Dan moeten we naar wat vaak genoemd wordt de drie dimensies van rechtvaardigheid: erkenning, verdeling en representatie. Erkenning is het zien van mensen, maar ook de natuur en de planeet. Erkenning van rechten die onvoldoende serieus worden genomen. Verdeling is een eerlijk deel van goederen en diensten, niet alleen een huis of een inkomen, maar ook een bibliotheek, openbaar vervoer, onderwijs, een goede leefomgeving dus. Representatie is de vertegenwoordiging van iedereen en alle belangen op een gelijkwaardige manier in het proces. Drie begrippen die geen gereedschapskist vormen, maar wel ijkpunten zijn om elk ruimtelijk proces aan te toetsen.

Als Swyngedouw gelijkheid benoemt, heb ik het idee dat hij het over verdeling heeft, en die andere twee, erkenning en representatie vergeet. Terwijl die in onze superdiverse samenleving juist van groot belang zijn, andere waarden in beeld brengen als vertrouwen en wederkerigheid. Ik zie daarom rechtvaardigheid niet als een ontkenning van gelijkheid, maar als een noodzakelijke uitbreiding daarvan.
Gelijkheid doet geen recht aan culturele en sociale verschillen, zo heb ik in de praktijk zelf ook gemerkt bij het herinrichtingsproces van de Nieuwe Groenmarkt in Haarlem, één van de projecten in de tentoonstelling.

En nog iets. In ons stadsessay doen Wouter en ik een morele oproep waar rechtvaardigheid uitdrukking aan geeft. Waarom en voor wie ben je aan het werk. Werken aan onze leefomgeving brengt inherent een maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Bij burgers die zich organiseren in een gemeenschap is dat vaak vanzelfsprekend. Ze komen bij elkaar omdat ze een reden en een doel met maatschappelijk belang hebben. Deze tentoonstelling wil juist dat aspect van rechtvaardigheid laten zien. Bij mensen die professioneel bezig zijn met de stad verdwijnt dat té vaak. De schoorsteen moet nu eenmaal roken, of we verdwalen in een bureaucratische manier van werken die los komt te staan van de praktijk en het leven op straat.

Mijn reactie in Maastricht op die opmerking was min of meer improviserend, maar kwam hier op neer: We koesteren rechtvaardigheid als sleutelbegrip, gebaseerd op verdeling, erkenning en representatie reikt het tegelijkertijd verder. Naar het recht van burgers op hun stad. Het vraagt om een moreel geijkt kompas om het goede te doen en doet een beroep op ons om voortdurend na te denken hoe we als bewoners, gebruikers, betaalde en onbetaalde stadmakers gezamenlijk onze leefomgeving vormen en vormgeven en als burgers met elkaar samenleven.